Wat vooraf ging
Per 1 juli 2014 hebben we precariobelasting ingevoerd voor de kabels en leidingen van nutsbedrijven in, op en boven openbare gemeentegrond.
In eerste instantie is alleen het gasleidingnetwerk en de hoogspanningsleidingen betrokken in de heffing. Dit deel van de precariobelasting is als algemeen dekkingsmiddel in de begroting verwerkt.
Vanaf 2016 wordt ook precariobelasting geheven op elektriciteits- en waterleidingen. Bij de vaststelling van de Begroting 2016 heeft de raad een besluit genomen over de besteding van dit deel van de opbrengst precariobelasting. Daarbij hebben we kanttekening gemaakt dat we deze middelen niet eerder uitgeven dan nadat zeker is dat het heffen van precariobelasting op elektriciteits- en waterleidingen juridisch geoorloofd is.
In de Begroting 2018 hebben wij u geïnformeerd over de afschaffing van deze vorm van precariobelasting. Vanaf 2022 kan geen precariobelasting voor nutsnetwerken meer worden opgelegd.
Stand van zaken financieel
In de Begroting 2017 en de Kadernota 2018 hebben wij u geïnformeerd over de afschaffing van de precariobelasting voor nutsnetwerken. Wij hebben daarbij voorgesteld om de in de Begroting 2017 opgenomen reservering vanwege de afschaffing te handhaven. Daarbij hebben we aangegeven dat er in 2022 nog € 698.000 moet worden opgevangen. Hiervan is € 349.000 in 2021 gereserveerd. De overige € 349.000 is in deze begroting verwerkt in de jaarschijf 2022. Deze reserveringen hebben alleen betrekking op de precariobelasting die we hebben ingezet als algemeen dekkingsmiddel.
De opbrengst precariobelasting voor elektriciteits- en waterleidingen voegen we steeds toe aan de daarvoor gevormde bestemmingsreserve Precariobelasting. Na vaststelling van de jaarstukken 2017 zit er € 5.985.100 in deze reserve. Naar verwachting wordt in de periode 2018 t/m 2021 een kleine € 3 miljoen per jaar toegevoegd. Eind 2021 bedraagt de reserve dan ongeveer € 18 miljoen.
De kanttekening die we in de Begroting 2016 hebben gemaakt, maken we ook nu nog. Deze middelen worden niet eerder uitgegeven dan nadat zeker is dat het heffen van precariobelasting op elektriciteits- en waterleidingen juridisch geoorloofd is. Destijds heeft de raad een besluit genomen over een mogelijke besteding van die middelen. De verdeling zag er toen als volgt uit:
Omschrijving | Bedrag |
Verwachte extra opbrengst precariobelasting | 2.000.000 |
Compensatie inwoners i.v.m. hoger vast recht van met name water | -1.000.000 |
Vrij besteedbaar maken € 7,5 miljoen beklemde algemene reserve | -300.000 |
Instellen post onvoorzien | -100.000 |
Verder uitvoering collegeprogramma | -300.000 |
Onderhoud wegen en groen (wegen € 250.000 en groen €50.000) | -300.000 |
Saldo precariobelasting | 0 |
Op een aantal onderdelen in deze verdeling zijn ontwikkelingen. De compensatie aan onze inwoners i.v.m. hoger vast recht van met name water wordt inmiddels uitgevoerd (zie hierna onder stand van zaken juridisch). Het vrij besteedbaar maken van een deel van de beklemde algemene reserve is niet meer nodig. Zoals wij aangaven in de Begroting 2017 vloeit dit voort uit de Notitie rente van de commissie BBV. De commissie adviseerde destijds om geen rentevergoeding meer over het eigen vermogen te berekenen. De algemene reserve werd daarmee volledig vrij besteedbaar. Uitvoering van het coalitieprogramma hebben wij al vertaald in deze begroting. Wellicht dat een reservering voor wegen en groen nog steeds nodig is. Het instellen van een post onvoorzien is niet meer mogelijk. Door de afschaffing van de precariobelasting per 2022 heeft de opbrengst precariobelasting namelijk een incidenteel karakter gekregen.
Wij stellen voor om verdere besluitvorming te laten plaatsvinden wanneer de juridische zekerheid duidelijk is.
Stand van zaken juridisch
In 2018 is door Liander bezwaar aangetekend tegen de aanslagen precariobelasting 2017 met betrekking tot het elektriciteits- en gasleidingnetwerk. Inmiddels is het bezwaar tegen de aanslag voor het gasleidingnetwerk ook weer ingetrokken. Tegen de uitspraak op het bezwaar voor het elektriciteitsnetwerk is inmiddels beroep ingediend.
Vitens heeft eveneens bezwaar ingediend tegen de aanslag 2017. Conform de afspraak die wij gemaakt hebben met hen, schorten wij de behandeling van het bezwaarschrift op totdat meer duidelijkheid is over de gevoerde processen bij andere gemeenten.
Vitens heeft eind 2017 aangegeven de precariobelasting door te belasten aan onze inwoners. Zoals hiervoor al in de tabel is aangegeven, hebben we in de Begroting 2016 middelen gereserveerd om onze inwoners hiervoor te compenseren. Wij hebben met Vitens afgesproken dat de compensatie door hen wordt verrekend op de factuur voor het waterverbruik. Onze inwoners betalen daardoor niets extra's vanwege de precariobelasting. Op 10 januari 2018 heeft de raad daarover een besluit genomen.