Begroting 2019

Financiële positie

Loon- en prijsontwikkeling

2019

2020

2021

2022

a. Loon- en prijsontwikkeling algemene uitkering

675.000

1.075.000

1.350.000

1.600.000

b. Prijsontwikkeling materiële budgetten

-345.019

-445.019

-545.019

-845.019

c. Loonontwikkeling

-21.440

-582.940

-1.089.440

-1.744.440

Totaal loon- en prijsontwikkeling

308.541

47.041

-284.459

-989.459

(- = Nadeel / + = Voordeel)


Het totaal aan loon- en prijsontwikkeling heeft in 2019 een positief effect van ruim € 300.000. Dit komt mede door de reservering die we eerder bij de Kaderbrief 2019 hebben benoemd. Een verdere toelichting hebben wij hierna opgenomen.
a. Loon- en prijsontwikkeling algemene uitkering
Via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds ontvangen we een behoorlijk groot bedrag voor loon- en prijsontwikkeling. Dit bedrag is hoger dan in voorgaande jaren. Dit wordt veroorzaakt door de nieuwe “trap-op-trap-af” systematiek, waarbij de hoogte van het Gemeentefonds niet alleen meer is gekoppeld aan de begroting van de ministeries, maar ook aan de uitgaven die het Rijk doet met betrekking tot zorg en sociale zekerheid. In de Kaderbrief 2019 hebben wij deze reservering al aangekondigd.
b. Prijsontwikkeling materiële budgetten
Het bedrag dat we in de begroting reserveren voor prijsindexering van materiële budgetten is ook hoger. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de prijsontwikkeling in het sociaal domein. Deze prijsontwikkeling moeten we met ingang van 2019 betalen uit het hiervoor genoemde bedrag voor loon- en prijsontwikkeling dat we via de algemene uitkering ontvangen.
c. Loonontwikkeling
In de Meicirculaire 2018 wordt verder een inschatting gemaakt van de loonontwikkeling bij de overheid (pagina 45 van de circulaire). Basis hiervoor is het Centraal Economisch Plan (CEP) 2018 van het Centraal Planbureau (CPB). Het budget dat wij ontvangen voor loon- en prijsontwikkeling is mede hierop gebaseerd. Wij hebben de loonontwikkeling voor onze organisatie berekend op basis van het CEP.